De Eeuwige Kaars

Veel mensen zijn bekend met de twaalf opdrachten die de Griekse halfgod Hercules kreeg van koning Eurystheus. Dat er nog een dertiende taak voor hem was weggelegd, is slechts bij weinigen bekend. Toen de held de helhond Kerberos had gedood, kreeg hij de opdracht om een geschenk te brengen naar Hera, de godin die hem had gedwongen zijn familie te vermoorden. Dit cadeau moest afgeleverd worden voor het Lichtfeest zou beginnen, nu beter bekend als kerstmis.

Olympos

Na twaalf moeilijke opdrachten uitgevoerd te hebben, leek deze laatste missie de zwaarste. “Waarom zou ik degene die mijn leven heeft verwoest een geschenk brengen?”, dacht Hercules. Ook de vraag wat hij haar dan zou moeten geven viel hem zwaar. Het was lang geleden sinds hij voor de laatste keer het Lichtfeest had gevierd, en hij wist niet meer goed wat de traditie inhield. Twijfelend zette hij zijn reis naar de berg Olympos, waar alle goden woonden, voort, in de hoop onderweg zijn eigen vragen te kunnen beantwoorden.

Terwijl in de verte de berg Olympos herrees, verscheen plotseling zijn vader, oppergod Zeus, aan de held. “Volg niet de route van wrok en haat mijn zoon. Laat het licht van het Lichtfeest je hoop schenken.” Zo onverwacht als Zeus verscheen, was hij ook weer verdwenen. Hercules bleef geschrokken staan. Na de woorden van zijn vader overdacht te hebben, begreep hij dat zijn vader beide vragen waar hij worstelde voor hem had beantwoord. Het was tijd om Hera te vergeven voor haar daad, om zo weer hoop te krijgen op een betere toekomst.

Een simpele kaars geven aan Hera zou een belediging zijn. Hercules herinnerde zich een verhaal over De Eeuwige Kaars, een kaars die nooit zal ophouden met branden. Om het voorwerp te bemachtigen, moest hij echter wederom afdalen naar de Onderwereld. Het was geen prettig vooruitzicht om wederom de plek te bezoeken waar hij met veel moeite Kerberos had verslagen, maar Hercules was zich van zijn plicht bewust. Eenmaal aangekomen bij de trap naar beneden, verzamelde hij al zijn moed en rende de trap af. Hercules vond De Eeuwige Kaars na dagenlang gerend te hebben in de verste uithoek van de Onderwereld, een klein sprankje eeuwige hoop op een plek waar die emotie geen plek hoefde te hebben. Hercules pakte de kaars en spoedde zich terug, het Lichtfeest was al over drie dagen.

Hera was verbaasd toen zij de man zag wiens leven zij had geprobeerd te verwoesten. “Hera, ik kom u een geschenk brengen. Het Lichtfeest is aanstaande en ik weet weer waar het om draait: hoop. Ik vergeef u voor uw daden en ik schenk u De Eeuwige Kaars, opdat deze altijd een symbool voor hoop zal zijn.” De godin stond perplex door de geste van de held. Ze nam het geschenk aan en bedankte hem: “Dank voor het geschenk Hercules, voortaan zal de hoop altijd blijven branden op Olympos, en haar stralen doen schijnen op de mensen beneden.”

En zo voltooide Hercules zijn laatste taak en kon verdergaan met zijn leven. Het licht van De Eeuwige Kaars bleef branden, en toen het Lichtfeest lang vergeten was en inmiddels als Kerst werd gevierd, scheen het licht nog steeds op de mensen. De kaars zorgt er nog steeds voor dat in december, de donkerste maand van het jaar, er altijd een licht te vinden is dat de mensen hoop geeft.

Dit verhaal is geschreven door Tim de Ridder en mede mogelijk gemaakt door Stegman Kerstpakketten.